gepubliceerd in
'Jordaan en Gouden Reael', februari 2016
Mijn
eerste blik gaat 's morgens naar de gracht. Nadat de werkzaamheden
definitief gedaan waren, hebben de boten hun plaatsen aan de
wallenkant weer ingenomen. Er is veel veranderd, behalve het water,
dat is hetzelfde gebleven, al ziet het er elke dag weer anders uit.
Mooi is het wanneer de
grachtengevels als een omgekeerd toneeldecor heen en weer deinen, de
boten in het ritme mee wiegen en de overhangende takken het plaatje
compleet maken.
Soms
ligt er een dikke laag op het water, niet als olie, nee, meer als
gelei.
Dan weer is het net erwtensoep, groenig en soppig, alsof alle vuiligheid van de stad zich hier heeft
verzameld.
Het
allermooist vind ik de gracht in het donker, wanneer het zachtgele
schijnsel van de lantaarns in het water wordt weerspiegeld. Vanaf de
brug zie je een oneindige rij dansende lichtjes. Door dit feeërieke
tafereel waan je je in een sprookje of in een andere tijd, toen
er nog paard en wagens reden.
Onze
gracht heeft een rigoureuze opknapbeurt ondergaan. Vanaf het voorjaar
is er hard aan gewerkt. De kademuren zijn verhoogd, de gasleidingen
vernieuwd en de oude bestrating is verwijderd. In de zomer veranderde
de weg in een eindeloze zandvlakte en dat gaf de nodige overlast. Ik
zag een ambulance op de brug staan, terwijl twee broeders een
patiënt tussen zich in door het zand voortsleepten. Zijn voeten
trokken een spoor in het mulle zand. Een varende ambulance zou hier
een uitstekende oplossing geweest zijn.
Respect
hadden we voor de werklui, die nooit te beroerd waren om een jonge
moeder met kinderwagen of de overbuurvrouw met haar rollator over het
zand te helpen en die niet mopperden als het door hen gespannen
lijntje door een onoplettende toerist werd weggeschopt. Vol
bewondering zagen we hoe de stratenmaker de nieuwe stenen met
duizelingwekkende snelheid op de zandvlakte 'vlijde' en hoe de
schipper met zijn duwboot 'Karel' de met stenen gevulde dekschuiten
behendig onder de brug door manoeuvreerde.
Jammer
dat de Amsterdammertjes het veld moesten ruimen, want meteen zien
we hiervan het resultaat: er wordt regelmatig op het trottoir, strak
tegen de gevel voor de ramen geparkeerd, vaak urenlang. Dat kan
toch niet de bedoeling zijn...
Gelukkig
zijn de banken wel weer teruggeplaatst. Hoera, we kunnen weer op ons
'vaste' plekje genieten van de bedrijvigheid van onze gevederde
medebewoners, die, in de war gebracht door de hoge temperaturen, al
helemaal klaar zijn voor het voorjaar.
Maar
eerst moet het nog even winter worden.
Anneke
Koehof ©
januari 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten