woensdag 3 juli 2013

ZWEMMEN OP HET DROGE



Deze herinnering schreef ik voor 'Schrijvers uit Oost' , laatste editie van 'Schrijf je Straat', met als onderwerp:
Water in Oost.






ZWEMMEN OP HET DROGE
Omdat wij in Oost vlakbij het water woonden moesten we leren zwemmen. Geld voor Het Sportfondsenbad was er niet, en daarom kreeg ik mijn eerste zwemlessen van mijn vader.

Na het avondeten werd een kruk in de hal gezet, waarop ik de schoolslag alvast onder de knie moest krijgen, als een vis op het droge: ' voor, zij, sluit'.

Als het zomers mooi weer was fietsten wij, mijn broertje en ik achterop, naar de dijk aan het Amsterdam-Rijnkanaal, wij noemden dat De Merwede.

Mijn vader bond een touw om mijn middel en ik werd zonder pardon het water ingegooid.

“Zwemmen”, riep hij, “voor, zij, sluit, voor, zij sluit”.

Het bangst was ik voor de voorbijvarende schepen met hun hoge golven, ik smeekte of ik eruit mocht,

Dat mocht, maar zodra het schip voorbij was gooide hij me er weer in.

Ik wist niet dat de golfslag vanaf de overkant weer terugkwam, waardoor ik tegen de beschoeiing werd gesmakt; ik gilde ik van angst en mijn vader maar lachen...

Mijn jongere broertje dacht dat hij het zonder touw wel kon, sprong het kanaal in en moest worden gered...

Zelf kon mijn vader heel goed zwemmen. Na onze zwemlessen in het kanaal gaf hij een demonstratie. Hij wachtte daarvoor het juiste moment af. Als er een Rijnaak naderde zwom hij alvast die kant op en ter hoogte van de volgboten nam hij een snoekduik onder het schip door om niet meer boven te komen.

Wij waren in doodsangst en wisten zeker dat hij nu toch echt verdronken zou zijn, maar nee, ineens dook de held, al bijna aan de overkant, weer op!

Als de dood dat hij dit kunstje zou herhalen wilden we dat hij terugkwam en we schreeuwden om het hardst naar de overkant:

'Zwemmen pappa, zwemmen, voor zij sluit, voor zij sluit.'




Anneke Koehof ©