HERINNERING IN DICHTVORM (Opdracht)
Baweanstraat
Mijn zomerstraat
Hoge
bomen, licht en schaduw,
warme
muren, waartegen jongens
met
knokige knieën zonlicht vangen
om veters
te branden
en de
weeïge geur van het
abattoir
verdrijven.
Vitrages,
stijf en proper, de
voordeur
met beslag van koper
Het
uiterlijk fatsoen
erin
gewreven en gepoetst
De armoe
en het ongemak
onder de
mat geveegd
De
versleten loper met roeden
in de
lange gang,
bij
tijden van regen
als
knikkerbaan gebruikt
en de
spinnenkast waarin ik bang
ben opgesloten
De kille
hal met zeven deuren
De keuken
met haar geuren
van
groente van 't seizoen
en het
grootste stukje vlees voor pa,
mijn
moeder kort van stof in haar
gebloemde
keukenschort.
De
openstaande keukendeur,
de
schaduwrijke tuin waarin
blauwe
hortensia's vol verlangen
een
zuchtje wind trachten te vangen
en de
was, aan lange lijnen, in gelid,
nauwelijks
beweegt.
De
bietjes op het aanrecht, want
op
maandag altijd, jaar na jaar en
uit de
gootsteenkast, de lucht van
zeep en
soda en de houten schillenbak.
Dan,
eindelijk weer buiten, kon mijn
rode
diabolo nog hoger dan de zon.
Anneke Koehof ©
16 oktober 2013