woensdag 16 oktober 2013

MIJN ZOMERSTRAAT



HERINNERING IN DICHTVORM  (Opdracht)


Baweanstraat









Mijn zomerstraat


Hoge bomen, licht en schaduw,

warme muren, waartegen jongens

met knokige knieën zonlicht vangen

om veters te branden

en de weeïge geur van het

abattoir verdrijven.


Vitrages, stijf en proper, de

voordeur met beslag van koper

Het uiterlijk fatsoen

erin gewreven en gepoetst

De armoe en het ongemak

onder de mat geveegd



De versleten loper met  roeden

in de lange gang,

bij tijden van regen

als knikkerbaan gebruikt

en de spinnenkast waarin ik bang

ben opgesloten



De kille hal met zeven deuren

De keuken met haar geuren

van groente van 't seizoen

en het grootste stukje vlees voor pa,

mijn moeder kort van stof in haar

gebloemde keukenschort.


De openstaande keukendeur,

de schaduwrijke tuin waarin

blauwe hortensia's vol verlangen

een zuchtje wind trachten te vangen

en de was, aan lange lijnen, in gelid,

nauwelijks beweegt.



De bietjes op het aanrecht, want

op maandag altijd, jaar na jaar en

uit de gootsteenkast, de lucht van

zeep en soda en de houten schillenbak.

Dan, eindelijk weer buiten, kon mijn

rode diabolo nog hoger dan de zon.



Anneke Koehof ©
16 oktober 2013