zondag 30 september 2012

LIJN 10








Lijn 10

Buiten adem springt Sanne in de overvolle tram, meteen achter haar sluiten de deuren. Haar veel te volle rugtas snijdt in haar schouders. Nu haar maandkaart zien te vinden, gelukkig, tussen dropjes, een oude boterham en kleverige stukjes papier vist ze hem op.
De chagrijnige conductrice kijkt over haar halve brilletje en knikt. Met een schok zet de tram zich in beweging. Jammer, nergens een zitplaats te bekennen, ze ziet ook geen bekenden. Schichtig kijkt ze om zich heen, als die engerd er nu maar niet is..
Jezus ja hoor, daar staat ie, het zweet breekt haar uit.
'Als u een beetje doorloopt kunnen de volgenden er ook nog in,' schalt de conductrice. Sanne wordt mee opgestuwd. Die vuilak zorgt wel dat hij op zijn plaats blijft staan, zo moet ze wel in zijn buurt komen. Ze zou veel liever met de fiets naar school gaan, maar haar moeder vindt het te gevaarlijk.
'Je moet dwars door de stad heen. Er gebeuren zoveel ongelukken, ga nu maar met de tram, dat is veel veiliger.'
Ja, ja, wat je veilig noemt... Wie rekent er nou op dat zo’n kerel het op haar heeft voorzien? De eerste keer dat het gebeurde had ze met een hoofd als een tomaat een oudere mevrouw aangesproken.
'Mevrouw, mag ik bij u staan, ik word lastiggevallen door die man daar.'
'Welke man? '
'Nou, die daar,' wees ze, maar ze zag hem niet meer, het leek wel of hij was opgelost.
'Ik bemoei me er niet mee,' zei de vrouw terwijl ze Sanne van top tot teen opnam. Misprijzend keek ze naar de slordige krullen met de blauw geverfde lok, het naveltruitje onder het openhangende jack, het korte spijkerrokje met daaronder de felgroene maillot en de veterlaarzen.
'Je zal het er zelf wel naar gemaakt hebben. Trouwens, ik moet er hier uit.'
Sanne begon bijna aan zich zelf te twijfelen, was dit nu wel echt gebeurd, was het niet per ongeluk of zelfs verbeelding? Maar het gebeurde nog een keer. En weer.
Daar heb je hem. Hij schuifelt ruggelings naar haar toe. Ze krimpt ineen en probeert zich zo klein mogelijk te maken, maar hij doet het toch en altijd op dezelfde manier, zijn hand door het handvat van zijn laptoptas. Zo betast hij haar, niemand die het ziet. Ze wil het wel uitgillen, maar durft niet. Ze probeert achteruit weg te komen maar in de drukte perst hij zich steeds dichter tegen haar aan.
Ik moet eruit denkt ze en bij de volgende halte wurmt ze zich met geweld door de opeengepakte massa naar buiten.
Nu moet ze dat hele eind naar school verder lopen en komt ze voor de zoveelste keer te laat.
'Dit is al de derde keer deze week. Wat heb je nu weer voor smoes?' vraagt de conciërge als ze zich meldt.
'Verslapen,' antwoordt ze.
'Alweer? Ik zal het moeten doorgeven aan de directeur, hier is een briefje, ga maar gauw naar je lokaal.'
'Ook goedemiddag,' spot de leraar Frans. 'Heeft het Uwe Koninklijke Hoogheid behaagd uit uwe sponde te komen?' Hij praat opzettelijk met een deftig accent en heeft de lachers op zijn hand, de eikel. Ze voelt zich vuurrood worden, iedereen kijkt naar haar. Ze geeft hem het briefje en gaat zitten.
'Wat was je weer laat, kon je je bed niet uitkomen?' vraagt Hanneke in de pauze. Ze kent Hanneke van de basisschool, ze zaten samen in groep acht bij juf Lis, net als Nadia en Malou. Vaak hebben ze dezelfde tram.
Ze kan wel janken, zal ze het zeggen? Nu of nooit!
'Ik moet je iets vertellen, maar het is een geheim, ik wil niet dat iemand het te weten komt.'
Ze vertelt wat haar regelmatig overkomt in lijn 10. Hanneke zit met open mond te luisteren. Ze valt haar al in de rede als Sanne nog niet half is uitgepraat.
'Je bedoelt toch niet die vent met die bril en die bruine laptoptas?'
'Ja, die, ken je hem dan?'
'Ken je hem dan, ken je hem dan? Dat flikt hij ook bij mij en bij Malou en Nadia!' Sanne gelooft haar oren niet.
'Echt waar? Shit, wat moeten we doen, ik durf het thuis niet eens te vertellen.'
'Nee, ik ook niet. Mijn moeder maakt overal zo’n drama van, dan weet meteen de hele school het.'
De anderen worden erbij gehaald. Alle vier hebben ze hetzelfde meegemaakt. Die vent rekent er gewoon op dat ze niets durven te zeggen, wie weet hoeveel meisjes hij op die manier te pakken neemt, de gore smeerlap.
'We gaan naar juf Lis,' beslist Malou, met haar kan je alles bespreken.'
Na schooltijd gaan ze direct op weg en gelukkig, juf Lis is er nog. Ze vertellen hun verhaal en niet één keer trekt ze hun woorden in twijfel, ze weet gewoon dat het waar is.
'Dit is iets voor de politie, kom op meiden, we gaan meteen naar het bureau.'
------------------
'Weet je wel zeker dat dit allemaal gebeurd is?' vraagt Sannes moeder later. 'Je moet je goed realiseren dat die man nu misschien wel wordt opgepakt en dat zijn hele gezin doodongelukkig wordt en dat allemaal door jou. Waarom heb je het me trouwens nooit eerder verteld?'
'Ik weet het niet, ik durfde het niet te zeggen, omdat ik bang was dat je het toch weer niet zou geloven,' antwoordt Sanne ontdaan en uit het veld geslagen door de reactie van haar moeder.
'Ja, en ik vind het maar een raar verhaal, echt weer iets voor jou, laten we het er maar niet meer over hebben. Het eten is klaar, aan tafel.'




Anneke Koehof ©
fictie



zaterdag 22 september 2012

EEN 'PRIKVERHAAL'.

Om mijn 'vaardigheden' op peil te houden prik ik een woord uit de krant en met dat woord als onderwerp maak ik een verhaal van ten hoogste 300 woorden.
Ik noem deze verhalen: PRIKVERHALEN.