zondag 16 december 2012

EEN KERSTVERHAAL VOOR TOM


Dit verhaal schreef ik voor de 12e verjaardag van mijn kleinzoon Tom, die op 25 december 1999 geboren is, een echt kerstkind dus!







Hangplek

Het is Kerstavond. In een portiek staan vier jongens te kleumen in afhangende broeken en slobberjasjes met capuchon.

“Gadverdamme, morgen Kerst,” zegt Rogier.

“Balen,” antwoordt Alex. “De hele dag binnen zitten met het stomme geklets van mijn zuster.”

“Ik vind het anders wel een lekker wijf!” Casper maakt de bijbehorende gebaren.

“Dimmen, hè, je hebt het wel over mijn zuster.”

Er wordt een deur geopend en er verschijnt een man in hemdsmouwen van het type om geen ruzie mee te krijgen.

“Opgesodemieterd jongens, dit is geen hangplek!”

Tegensputterend slenteren ze naar de hoek.

“Hangplek… Het liefst zouden ze ons zien hangen, dan waren ze van ons af,” moppert Jorrik.

“Jij overdrijft weer,” zegt Rogier. “Wie heeft er een idee?”

“Op het terrein bij de oude ijzerfabriek staat een bouwkeet, als we die nou eens kraken, hebben we een vette Kerstavond,” oppert Alex.



Gelukkig geeft het slot van de keet weinig problemen. Na wat gezoek vinden ze een lichtknop, de luiken zijn gesloten, niemand kan ze zien. Er is een oliekachel en er staat warempel ook nog een kunstkerstboompje. In de verte horen ze kerkklokken luiden, het is Kerstnacht.

“Heilige Nacht, kippen geslacht…” zingt Casper vals.

Plotseling horen ze buiten een geluid, zacht en klagelijk, het lijkt op het mekkeren van een lammetje.

“Jezus,” stamelt Alex geschrokken.

“Dat lijkt me stug,” grapt Rogier. “Wie durft er te kijken?”

-----------------------------

Een paar uur later zitten ze op het politiebureau met een kop hete thee bij te komen van de schrik..

“Nou jongens,” zegt de brigadier. “het lijkt wel een kerstverhaal, jullie hebben het leven gered van een pas geboren baby. Het is een jongen en jullie mogen een naam kiezen.

“Ehhhh, we noemen hem Tom,” antwoorden ze.



Vrolijk Kerstfeest



Voor Tom, van Oma

25 december 2011.


Anneke Koehof ©
fictie

KERSTFEEST OP DE KLEUTERSCHOOL

foto: eigen bezit
Het was mooi en plechtig, we voelden ons helemaal niet arm, maar rijk en warm en wisten niet dat dit gevoel 'geluk' heette.








Ik zat vanaf eind 1947 op Montessori kleuterschool 'De Mussen' in de Madurastraat, in de klas van juf Pellekom.

Zo vlak na de oorlog was er nog niet veel te koop, veel was nog 'op de bon' en in de oorlog hadden bijna alle kinderen aan vitaminegebrek geleden.

Op de hoek van de Javastraat en de Boetonstraat was de Insulindeschool met daarin de eetzaal, dat was voor kinderen waarvan de ouders niet genoeg geld hadden om hun kinderen te eten te geven, vaak ook oorlogsweduwen.

Er kwamen daar altijd heerlijke geuren naar buiten, ik wilde ook graag 'op de eetzaal', maar daar kwam niets van in.

Jammer, want ik had altijd honger! Niet omdat ik niet genoeg te eten kreeg, maar omdat ik als baby honger had gehad en mijn lichaam zich had ingesteld op 'eten wat je eten kunt'.

Op school kregen we iedere dag een vitamine C tabletje. We zaten dan keurig met onze armen over elkaar en onze tong uit de mond, zodat de juf het pilletje erin kon stoppen. Het smaakte een beetje zurig.

Ook kregen we schoolmelk, vette melk in kleine flesjes, waarvan de doppen voor een of ander doel werden verzameld. In de zomer was de melk lauw en niet zo lekker, maar ja, het was gezond en lang niet alle kinderen kregen het thuis.

Het Kerstfeest op school was heel bijzonder. We hadden onze zondagse kleding aan en moesten zelf een bordje en bekertje meenemen en ook een kaarsenstandaard. Ik weet nog precies hoe die van mij eruit zag, het was een rood metalen spiraal in manchetvorm, waar het kaarsje tussen klemde.

De klas zag er ineens heel anders uit. De gordijnen waren dicht en de tafeltjes waren, bedekt met rood, wit of groen crêpepapier, in een U – vorm tegen elkaar aangezet. Of er ook een kerstboom in de klas stond kan ik me niet meer herinneren.

We kregen een stukje kerstbrood en warme chocolademelk, de lichten gingen uit, de kaarsjes aan en we zongen onze pas geleerde kerstliedjes.

Het was mooi en plechtig, we voelden ons helemaal niet arm, maar rijk en warm en wisten niet dat dit gevoel 'geluk' heette.

We kregen het niet opgebrande gedeelte van onze kaarsjes mee naar huis waar, als we boften, een kerstboom stond of anders kersttakken tussen de schilderijen waren gestoken, waarvan we de naalden nog tot de voorjaarsschoonmaak tegenkwamen.

Anneke Koehof ©

Deze herinnering werd op 16 december 2012 geplaatst op Het Geheugen van Oost