woensdag 4 maart 2015

NOG ZONDER TITEL

        
 Voor dit fictieve verhaal kreeg ik van de     Schrijfgroep twee verplichte zinnen als opdracht
   
    'Ze had het toilettafeltje bij het raam gezet'  en
    'Mannen, hè?  Een stuk of vijf?'
  Ondanks dat het verhaal fictief is heb ik wel foto's van
  onze eigen honden gebruikt.      








                                                 
Nog zonder titel
Ze had het toilettafeltje bij het raam gezet, zodat ze over de zee kon uitkijken. Dit is de ideale plek om te schrijven vond ze, terwijl ze de vensters opende. Zorgvuldig zette ze het oude vaasje met potloden en ballpoints aan de rechterkant en daarnaast, in het midden, haar laptop Haar vingers beroerden de foto van haar dochters met de honden.
'Mam, je maakt altijd alleen maar foto's van de honden,' zei de jongste eens.
'Welnee, ik maak vaak genoeg foto's van jullie.'
'Ja, maar mét de honden.'
Misschien was dat wel zo dacht ze met een glimlach, we waren nu eenmaal dol op honden, altijd geweest, ze maakten deel uit van het gezin. De foto kreeg een plaatsje linksboven en rechtsboven die leuke strandfoto van de kleinkinderen, allemaal jongens, ooit genomen op dezelfde plek waarop ze nu uitkeek.
Ieder jaar huurden ze in dit gezellige familiehotel aan de Normandische kust een paar kamers. De oude eigenaren zagen de meisjes opgroeien en later weer hun zonen.
Wat een verschil was dat, een meisjes of jongensgezin. Haar dochters speelden met Barbies, kibbelden en gingen naar ballet of paardrijden, terwijl hun zonen, haar kleinkinderen, altijd stoeiden, de trappen af denderden, elkaar met rode koppen te lijf gingen of met maaiende armen en benen iets lieten sneuvelen. Ze waren lief, maar zo verschrikkelijk aanwezig. Nu ze bijna volwassen waren, de jongste was alweer zeventien, leek het of ze elkaar nog steeds moesten beconcurreren...
Alhoewel het hotel was gemoderniseerd, er was zelfs Wifi, had het gelukkig nog z'n oude charme met de openslaande ramen en bakken vol geraniums. De vitrage bewoog zachtjes in het kalme briesje dat haar wangen streelde, de meegevoerde zilte geur prikkelde haar neusgaten. Met gesloten ogen snoof ze de zeelucht zo diep mogelijk in.
Een mooie scène voor mijn verhaal, dacht ze.
Nu het eb was en de zee eindeloos ver, klonken de kinderstemmen, het geblaf van honden en de roep van de ijsverkoper ijl en zacht.
In de lucht hing een blauw-witte vlieger en in de verte, uit de zilver oplichtende golven, klonk het monotone gedreun van een ferry.
'Tjoeke- tjoeke, boem-boem,' deed haar oudste dochter het geluid vroeger na en zo bleef deze uitdrukking een van de gekoesterde tradities in de familie, net als het jaarlijkse weekje naar Normandië.
Haar dochters en hun gezinnen verbleven in een hotel in een plaats verderop, veel mondainer en uiteraard met binnen én buitenzwembad.
'Mam, kom ook, het is hier veel luxer en er is een lift!'
'Nee, nee, laat mij nu maar, dit is me vertrouwd en bovendien hoop ik in alle rust mijn verhaal voor de schrijfclub te kunnen schrijven.'
Ze zag de licht geïrriteerde blik die haar dochters wisselden, mama met haar verhaaltjes, maar ze meende het, ze had nog niet eens een titel. Met die druktemakers om zich heen zou dat zeker niet lukken.
Ze opende net haar laptop toen de hoteltelefoon ging.
'Allôh?'
'Bonjour Madame, il y a quelques hommes pour vous au comptoir.'
'Pardon?' Ze moest nog even wennen aan de rappe Franse taal.
De receptioniste herhaalde haar mededeling.
'Les hommes que vous dites. Il y en a cinq?' vroeg ze.
'Oui madame!'
'Ils peuvent venir.'
Ze hoorde ze luidruchtig de trap op stormen, de deur vloog open en daar struikelden haar vijf kleinzonen binnen als één brok gezondheid en energie.
'Oma ga je mee, we gaan moules frites eten bij dat leuke tentje, je weet wel'.
Zuchtend sloot ze de laptop, van dat verhaal zou vandaag vast niets meer komen.
Anneke Koehof ©