woensdag 5 februari 2014

KLEUR


Kleur

Mijn favoriete kleur is rood en heeft op mij dezelfde aantrekkingskracht als een zilveren lepel op de diefachtige ekster.

Wanneer ik op zoek ben naar een boek zal een rode omslag of een rood detail daarin een belangrijke rol spelen bij mijn keuze; gelukkig ben ik zelden teleurgesteld in de inhoud.

Ook in de inrichting van mijn huis is veel rood te vinden en in een tekst wordt het woord 'rood' er als het ware uitgelicht.


Ik vond eens een Rode Lijst- stempel en de verleiding was groot om er een vuurrood inktkussen bij te kopen en deze dan onder mijn correspondentie te gebruiken, maar om nu iedereen als 'bedreigde diersoort' te bestempelen...                                      

Zou het een fascinatie zijn of een afwijking?

De film 'Don't Look Now', naar de novelle van Daphne du Maurier, waarin de kleur rood een prominente rol speelt, staat in mijn geheugen gegrift. Wie herinnert zich niet de geheimzinnige dwergachtige verschijning in het rood, waarin de hoofdpersonen hun verdronken dochtertje menen te herkennen?
En 'Het Masker van de Rode Dood', een vertelling van Edgar Allan Poe,
vind ik alleen al door het noemen van die kleur intrigerend.
Om een besmettelijke epidemie, 'De Rode Dood', te ontlopen, besluit Prins
Prospero zich met duizend uitverkorenen terug te trekken in een geheel vande buitenwereld afgesloten abdij.
Hij voelt zich onaantastbaar en geeft een gemaskerd bal, dat zich afspeelt in
zeven vertrekken, elk met hun eigen inrichting en kleur. Een van de zalen is
zwart en wordt verlicht in dieprood scharlaken. Tegen de wand staat een
grote houten klok, die elk uur luid en doordringend de tijd aangeeft, waarbij
de gasten verstarren en het orkest zwijgt. Om middernacht verschijnt een ongenode, geheel in het rood geklede gast, met een angstaanjagend masker. De ontknoping laat zich raden, het is De Rode Dood waaraan alle aanwezigen ten prooi vallen.

Ook als meisje was ik al dol op die kleur. Bij ons in de buurt was een soort Winkel van Sinkel, waar ik een rood schemerlampje in de etalage ontdekte.
Dat wilde ik kopen voor de verjaardag van mijn moeder, maar eerst moest ik het geld ervoor nog bij elkaar sparen. Bang dat het verkocht zou worden vroeg ik de eigenaar het voor mij te bewaren.









Als ik er een boodschap moest halen knipoogde hij en wees naar het hoekje waar hij het lampje voor me had weggezet; op het prijskaartje stond met grote letters 'verkocht'.
Eindelijk was mijn moeder jarig en had ik genoeg gespaard. De vriendelijke verkoper pakte het lampje voor me in zijn mooiste geschenkpapier.
Trots gaf ik het cadeau aan mijn moeder, ze pakte het uit en slaakte een kreet van afschuw.

'Je denkt toch niet dat ik dit ga neerzetten? We wonen hier niet op de wallen!'

Ik was diep teleurgesteld en begreep er niets van, hoe kon ze zo iets moois versmaden?
De volgende dag bracht ze het lampje terug naar de winkel en ruilde het voor een snijbonenmolen, een groene...



Anneke Koehof ©

januari 2014


'Kleur' was een opdracht van mijn schrijfgroep.






zaterdag 1 februari 2014

DE TOCHT DER TOCHTEN IN AMSTERDAM OOST


Kastanjeweg/hoek Vrolikstraat

Ik plaatste dit verhaal al eerder op
'Het Geheugen van Oost'.

 
 
 
 
 
 
 


DE TOCHT DER TOCHTEN IN AMSTERDAM OOST

Het is bijna niet voor te stellen dat het alweer meer dan 50 jaar geleden is, die vreselijke koude winter van 1962/1963.

We worden nu op de televisie doodgegooid met : 'Komt ie wel of komt ie niet', en dan bedoel ik natuurlijk de Elfstedentocht ofwel de Tocht der Tochten met een hoofdletter T!

Alle Elfstedentochten, zowel voor als na die van 1963, zijn niets vergeleken met die van toen, want wat was het erbarmelijk koud!

Ik woonde op de hoek Vrolikstraat/Kastanjeweg, drie hoog,  in het huis waar mijn oma Koehof zoveel jaren had gewoond.

Het lukte mij niet om de haard brandend te houden, de melk stond 's morgens bevroren in het pannetje, de keuken was een vrieskast geworden.

Kolen waren er bijna niet meer te krijgen, de handelaren leverden alleen nog aan 'vaste' klanten.

Ik werkte op de reclameafdeling van VRG Papier op de Hoogte Kadijk en kreeg er op zeker moment de lucht van dat je zakjes kolen kon kopen bij de SHM (Steenkolen Handels Maatschappij), die ook op de Hoogte Kadijk zat. Uren hebben wij daar in de rij gestaan en gelukkig met succes, de kachel kon weer een poosje branden.

Sommige mensen zagen er potsierlijk uit, allerlei kleding werd over elkaar aangetrokken en je zag mannen met over hun pet een dames hoofddoek.

In de krant stonden gruwelijke verhalen. Zo werden vastgevroren watervogels 'gered' door ze met grof geweld uit het ijs te trekken, dat lukte dan alleen met het bovendeel...

Die dag, de 18e januari, vroor het overdag een graad of zes, maar door de harde Oostenwind was de gevoelstemperatuur (kenden we dat woord toen al?) vele malen lager. Ik had het daar op de Kastanjeweg zo verschrikkelijk koud gekregen dat ik besloot de warmte op te zoeken in het huis van mijn toekomstige schoonouders.

Dat was op de fiets niet eens zo ver, maar ik had de Oostenwind pal tegen, mijn vingers waren totaal gevoelloos en mijn tenen lagen los in mijn schoenen. Ik zat te huilen van de kou en kwam totaal onderkoeld in de Soembawastraat aan, waar ze mij met warme melk en niet al te dicht bij de altijd snorrende kolenhaard 'ontdooiden'.

's Avonds zagen we de Elfstedentocht op de tv. Door de toenmalige zwart-wit beelden leek het nog erger dan het toch al was, maar voor mij was mijn fietstocht van de Oosterparkbuurt naar de Indische buurt op 18 januari 1963 mijn persoonlijke tocht der tochten!



                                    Soembawastraat, foto is uit 1969

Anneke Koehof ©

Met dank aan Jo Haen en Ron de Wit voor de mooie foto's!