vrijdag 28 december 2012

NACHTBOOT NAAR LEMMER


  Deze herinnering werd uitgezonden in het KRO programma 'Goudmijn'

Nachtboot naar Lemmer
foto: Stadsarchief Amsterdam

We wisten nooit of we wel of niet zouden gaan. Mijn vader hield ervan om de spanning erin te houden. Mijn moeder boos, de kinderen teleurgesteld, tot mijn vader tegen de avond zei:
“Nou ma, zullen we dan toch maar”? 'Ma' pakte de pan met het net gebraden vlees en de overige bagage en daar gingen we om negen uur ’s avonds met lijn 11 naar het Centraal Station.
We rilden van de slaap en de spanning, maar daar, aan de De Ruyterkade, lag de Jan Nieveen, de nachtboot naar Lemmer! Een neef van mijn moeder was hofmeester en door die familieband waren we verzekerd van een plaatsje beneden in de zg. 'damessalon'. Daar waren zachte banken, bekleed met pluche dat ooit groen was geweest, waar mijn vader steevast een vlo opliep. Erboven was een ruimte waar wij konden liggen en waar je door de patrijspoorten het water kon zien klotsen.
Het was er erg benauwd en éénmaal gooide tante Annie, zo’n type dat graag de leukste thuis was, een patrijspoort open, waardoor een golf water naar binnen sloeg. De hofmeester die alles moest opruimen was toen iets minder joviaal dan gewoonlijk.
In de Oranjesluizen schenen felle lampen en de heen en weer lopende sluismeester leek een geheimzinnige schaduw.
Door het deinen van het schip en de dreunende motoren brachten wij kinderen de reis grotendeels slapend door en we werden wakker gemaakt als de boot ’s morgens rond 5 uur afmeerde in Lemmer.
Een broer van mijn moeder wachtte ons op, zijn klompen en onze voetstappen weerklonken over het water als we over de bruggen het doodstille Lemmer in klosten.
Alles was daar anders dan in Amsterdam: de geur, de geluiden, de kleine huizen, de taal.
Het eten was er heerlijk. Veel vis maar ook de typisch Friese gerechten als pareltjebrij, suikerbrood, trommelkoek met stroop en de lange repen snijkoek.
Slaapdronken liepen we naar de Vissersburen, met zijn huisjes, gescheiden door nauwe stegen, aan een brede vaart, de Rien.
Ik kan me nog de verbijstering herinneren toen we na een nachtelijke boottocht uit Amsterdam ontdekten dat de zo vertrouwde Rienvaart ineens was veranderd in een eindeloze zandvlakte. Ze hadden de vaart gedempt en nog altijd zie ik dat als een verminking van de ooit zo karakteristieke Vissersburen in het mooie Lemmer.

Anneke Koehof ©