woensdag 3 juni 2015

SOLLICITEREN BIJ 'DE BAZEL'


We gingen voor ons jaarlijkse uitstapje met de schrijfgroep naar het Stadsarchief Amsterdam in de Vijzelstraat.
Ik schreef daarop deze herinnering aan het gebouw  (non fictie)
... en daarna poffertjes eten

Solliciteren bij De Bazel

Tegen de tijd dat wij eindexamen moesten doen kregen we op school een brief van De Nederlandsche Handel Maatschappij, met het verzoek om na het behalen van ons diploma bij hen te komen werken. Ons werd een gouden toekomst voorspeld.

Veel liever zou ik hebben doorgeleerd, maar in ons gezin was dat uitgesloten, het werd wel eens tijd dat ik wat bijdroeg, het leven was al duur genoeg en zeker voor een meisje was doorstuderen onzin, ik zou toch wel gaan trouwen, wat had je dan aan al die geleerdheid?

Dus ging ik solliciteren bij dit deftige bedrijf, dat in een somber gebouw, ontworpen door architect Karel De Bazel, in de Vijzelstraat zetelde. Als eerste kreeg ik een rondleiding.

Wat me al meteen opviel waren de grote afdelingen met ontelbare typistes, telefonistes, telexistes en weet ik wie allemaal meer, maar waar waren de mannen? Die zaten in andere zalen aan kleine speelgoedmachientjes te draaien, het was een geratel vanjewelste, dat waren rekenmachines werd me verteld. Als klapstuk mocht ik onderin de kelder de deuren van de kluizen zien, ik was zeer onder de indruk en overdonderd. De nodige opleidingen om hogerop te komen werden intern geregeld, mijn bedje voor de toekomst leek gespreid. Ik moest formulieren invullen en kreeg na enige tijd bericht dat ik was aangenomen.

Mijn vader was er niet blij mee, hij kende zijn klassieken en wees mij op de rol van de NHM in Indonesiƫ, waar de bevolking belasting in natura moest betalen in de vorm van koffie, suiker en thee, volgens mijn vader pure uitbuiting van het Indonesische volk.

Zelf was ik al enkele malen langs het gebouw gefietst en het vooruitzicht om daar achter die getraliede ramen te moeten werken trok mij steeds minder aan.

Als echt Montessori-meisje was ik nogal op mijn vrijheid gesteld en om onderdeel te worden van een grote groep dames achter een typemachine, onder leiding van een ongetwijfeld strenge cheffin, leek me niet echt om vrolijk van te worden.

'Weet je waar je eens moet solliciteren? Bij VRG-Papier op de Hoogte Kadijk, dat lijkt me meer iets voor jou', zei mijn vader.

Hoe hij daar nu zo ineens op kwam wist ik niet, maar de volgende dag al meldde ik me bij de portier van de papiergroothandel en werd ontvangen door de personeelschef, die de afdeling reclame belde, want daar had de secretaresse wegens haar aanstaand huwelijk haar baan opgezegd.

Mijn Montessori-opleiding werkte in mijn voordeel en ik werd meteen aangenomen.

Wat mijn vader toen niet wist werd mij later duidelijk bij een reclamecampagne: het imago van VRG moest worden opgevijzeld, want de directie had in de Tweede Wereldoorlog een niet zo frisse rol gespeeld. Als hij dat had geweten had ik er nooit mogen werken!

Voor mij bleek het echter een gelukkige keuze, nooit heb ik een leukere baan gehad. Er heerste een artistieke sfeer, we hadden een grote, zonnige werkkamer met openslaande ramen aan de straatkant. Tegenover het gebouw woonden nog de echte 'Kadijkers', te vergelijken met de bewoners uit De Jordaan, dus altijd reuring. Ik heb er veel geleerd, veel gelachen en hard gewerkt in zelfstandigheid en vrijheid.

Hoe zou een meisje dat altijd zong, danste en toneel speelde ooit hebben kunnen aarden in het sombere getraliede gebouw dat nu, prachtig verbouwd, ons Stadsarchief herbergt?



Anneke Koehof ©

3 juni 2015

Typekamer Ned. Handelmij.
 Het vooruitzicht om daar te moeten werken trok mij steeds minder aan



















Geen opmerkingen:

Een reactie posten