Column voor De Jordaan & de Gouden Reael
geplaatst in juli 2017
Busjes en Bootjes
Het is zo'n warme zondag. Trillend
van de hitte steken de fotogenieke gevels af tegen de staalblauwe
lucht, slechts naar de kroon gestoken door de Ouwe Wester.
Sommige grachtenhuizen dragen een
baljurk. Over een stalen staketsel is een wit tulen kleed gedrapeerd
dat bij het geringste zuchtje wind verleidelijk en bijna wulps heen
en weer golft maar haar geheimen net niet prijs geeft.
Over de brug en langs de gracht
paradeert een ononderbroken optocht van toeristen, fototoestel op de
buik en al of niet met rugzak. 'De komedianten trekken voorbij' en
wij zijn het publiek, dat de voorbijgangers, onhoorbaar, voorziet
van commentaar.
De paarden klossen lustelozer dan
gewoonlijk door de nauwe straatjes en moeten extra worden aangevuurd
bij het nemen van de brug. Hebben ze er eigenlijk wel zin in met deze
hitte? Het café op de hoek doet goede zaken en aan het gepraat en
gelach te horen stijgt de stemming naarmate de biervoorraad slinkt.
Een armada aan boten trekt aan onze
ogen en oren voorbij. Nieuwe bootjes, oude bootjes, kleine bootjes,
grote boten, stille bootjes, lawaaiige boten eenvoudige boten,
poenige boten... In de laatste zou ik niet gezien willen worden, maar
misschien is dat wel jaloezie.
Dit alles gaat zo door tot laat in de
avond, niets zo romantisch als het plokke-plokke-plok van een
scheepje waarvan slechts het mastlichtje zichtbaar is.
Het café op de hoek sluit de deuren
en de rust keert terug tot de volgende ochtend, maandagmorgen. De
dag begint met het legen van de glascontainers. Met donderend geraas
verdwijnen de flessen in de opengesperde bek van de vuilniswagen.
En dan komen de busjes! Witte busjes,
zwarte busjes, oude busjes, nieuwe busjes. Ze rijden af en aan en al
heel vroeg staan er een paar op de brug te wachten tot er een
parkeerplaats vrij komt. Of ze parkeren vlak tegen de gevel, maar een
motoragent slingert ze meedogenloos op de bon.
Er wordt gezaagd, geslepen,
getimmerd, geklopt en geboord. Mannen in witte broeken verdwijnen
brutaalweg onder de rokken van de baljurk. Wat ze daar doen blijkt
pas als de jurk eindelijk uitgaat en het resultaat gezien mag worden.
De muren witter dan wit en de deuren dieper dan diep grachtengroen.
Het huis pronkt als een stadsjuffer en kan er weer een aantal jaren
tegen.
Dat gaat zo de hele week door op onze
gracht. Wat zijn we toch een nijver volkje!
Het loopt weer tegen het weekend.
Biervaten rollen ratelend de kelder van het café binnen, bootjes
worden vaarklaar gemaakt en het is gelukkig nog steeds zomer!
Anneke
Koehof ©
juni 2017
Geen opmerkingen:
Een reactie posten