Uiteraard fictief
Amsterdam aan Zee
(Deel 1 en 2)
Amsterdam aan Zee
(Deel 1 en 2)
Amsterdan aan Zee
Het is drukkend warm op die twaalfde maart van 2037, de dag dat de oude Koningin zal worden bijgezet. Negenennegentig jaar is ze geworden en tot het laatst toe heeft ze haar invloed uitgeoefend op de wijze waarop het land volgens haar moest worden geregeerd.
Bijna iedere dag bezocht
Koning Willem IV haar om de regeringsproblemen te bespreken.
Hij streek over de tiptoets
van een apparaat: een blad met twee koppen koffie gleed op het
dienbuffet.
“Geef mij maar de
ouderwetse lakeien zoals vroeger in Den Haag,” mopperde ze.
“Tja,
moeder, er is nu eenmaal personeelsgebrek, zelfs hier.
“Waar is Maxima, is ze nu
weer in Argentinië,” vroeg ze scherp. “Dat je dat goed vindt
Alex, een koningin hoort bij haar man te zijn, naast haar man te
staan”.
“Ach Moeder,” antwoordde
hij “Laat haar nu maar, ze is daar graag, ze wordt hier gek van
alle aandacht.
“Je bent veel te goeiig,
altijd geweest, ze overheerst je”. Hij haalde zijn schouders op en
keek naar buiten. Het paleis was omgeven door een brede gracht. In
het Damrak zag hij de watertrams en watertaxi’s kris kras
door elkaar varen, of eigenlijk nét boven het water zweven. De
koeriers op hun snelle waterscooters bewogen zich er behendig
tussendoor. Op de Dam was het druk, toeristen namen foto’s van het
oude en het nieuwe monument, gooiden munten in de slotgracht en
probeerden een glimp van het vorstenpaar op te vangen.
Hij was moe; de grote
watersnoodramp van 2017 heeft een zware wissel op hem getrokken.
Nauwelijks had hij het roer van zijn moeder overgenomen toen het land
werd overspoeld. Hoe vaak had hij dit niet voorspeld, hij was
tenslotte niet voor niets Waterbeheerder.
“Leg meren aan, maak
bekkens waar het teveel aan water kan worden opgevangen, graaf de
grachten in de steden weer open”. De Regering luisterde niet,
achter zijn rug werd hij uitgelachen. Amsterdam was altijd tegen
geweest: waar moesten ze met de auto’s heen? Nu was de stad
praktisch autovrij. Aan de randen
waren parkeerterreinen aangelegd.
Met zijn ogen volgde hij de
magneetzweeftram richting strand. Op het dak van de Bijenkorf, de
voorlaatste halte, stapten mensen in en uit.
Het
leven gaat verder, wie denkt er nog aan de vreselijke ravage, aan de
allesoverheersende stank van de overal drijvende lijken. Toen het
water zich terugtrok was het verschrikkelijke pas zichtbaar en
moesten er wel maatregelen worden genomen waardoor Nederland weer een
waterland werd. Meren werden weer zee, de polders verdwenen alsof
ze er nooit geweest waren en de zo omstreden Noord-Zuidlijn was
weggezakt in de moerassige grond.
Zelf had hij zijn dierbaren
tijdig in veiligheid gebracht. Bovenop de Utrechtse Heuvelrug had hij
een paleis laten bouwen met zoveel vleugels dat de hele Koninklijke
Familie er kon verblijven. Er was veel kritiek geweest, het had de
schatkist zwaar belast, maar ze hadden de ramp overleefd, allemaal.
De Oranjes zaten stevig in het zadel.
Met al zijn energie had hij
de leiding van de wederopbouw persoonlijk ter hand genomen. In zee
waren windmolenparken gebouwd en ook de luchthaven had daar een
plaats gekregen. Zweeftreinen reden over hoge taluds en veel vervoer
ging per schip. De grachten werden verbreed en er lagen waterwoningen
van wel zes verdiepingen hoog, met op de daken grote
zonnecollectoren.
Logisch dat Maxima haar
vertier elders zocht, hij had te weinig tijd voor haar. De kinderen
hadden hun eigen leven, Amalia werd onder de strenge leiding van zijn
moeder klaargestoomd voor het koningschap.
“Ik moet weer eens gaan,
moeder, ik heb een afspraak met de premier,” zei hij en gaf haar
een kus.
“Ja,
jongen, de plicht roept. En geef niet teveel toe, ze is geslepen,
denk erom”.
Hij stapte op wat hij
gekscherend “De vliegende hollander” noemde. Als in een flits
vloog hij net boven de vloer door de lange gangen naar zijn
werkkamer.
----
Vandaag
wordt de oude Koningin bijgezet. De uitvaartdienst in de Westerkerk
, moeders uitdrukkelijke wens, is net voorbij. Over de Amstel vaart
de rouwstoet richting Delft. Maxima en hij staan op de voorplecht,
de kist achter hen omringd door Mariniers, stram in de houding.
Maxima houdt haar zwarte hoed met voile met haar rechterhand vast,
haar karakteristieke houding die hem doet denken aan een klassieke
filmscène.
Bij
Carré speelt een orkest. “We’ll Meet Again” de klanken
verwaaien over het water.
Een traan rolt over zijn
wang.
Anneke Koehof ©
geschreven in 2008
voor 'Schrijvers uit Oost', laatste editie.
Het onderwerp : Water in Oost.
Amsterdam
aan Zee (deel
2)
E
caldo vanavond, heel warm. De terrassi
aan zee,
waar vroeger het Flevopark begon, zitten
nog vol, niet alleen met toerists,
maar juist met de habitués,
gewone families uit de buurt. Een accordionisto
trekt de aandacht en het publiek neuriet vrolijk mee. Mama zit
achter haar Knickerbocker Glory,
papa nipt van zijn anisette
en de kleine Paolo likt aan een gelato-fragola.
'Is je
ijsje lekker?' vraag ik aan het jongetje. Hij geeft geen antwoord,
ach natuurlijk, hij verstaat me niet.
Ik
bestel een broodje ham, panproscuito
heet dat tegenwoordig in het bizarre Neditanglo,
dat langzamerhand de voertaal is geworden.
Hoe
warmer het werd, hoe mediterraner men zich ging gedragen.
Ik kijk
om me heen, alles is brandschoon, een van de verworvenheden van na de
'Grote Watersnood', maar verder is het er niet beter op geworden.
Ouderen
worden ingezet om de straten schoon te houden. De AOW is drastisch
verminderd, waardoor ze nauwelijks kunnen rondkomen.
Ik mag
niet mopperen; dankzij mijn kleindochter ken ik een aantal Primo’s,
ragazzi in
invloedrijke comités die mij in de buurt van de vroegere Dappermarkt
nog aan een kleine paalwoning hebben kunnen helpen.
Plotseling
is er consternatie op het terras. Een oude man holt weg met een
broodje dat hij uit de handen van een kind heeft gegrist. De vader
van het snerpend gillende meisje rent achter de man aan en geeft hem
een klap in het gezicht, wat de terrasbezoekers in gejuich doet
uitbarsten. Als uit het niets komen twee geüniformeerde vrouwen
tevoorschijn die de hevig tegenstribbelende bejaarde meenemen.
Een
gevoel van medelijden maakt zich van mij meester. Hoe hongerig moet
je zijn om van een kind te stelen? Maar ik bemoei me er niet mee,
voor je het weet keren ze zich tegen mij.
Het
meisje blijft jengelen en krijgt een nieuw broodje van de uitbater
die zich uitvoerig excuseert, zijn toezichthouders hebben niet goed
opgelet, basta.
Over
het terras zoemt weer het voor mij nog altijd vreemde gebrabbel.
Doezelig droom ik weg.
Het is
vandaag 27 april 2038, Koningsdag, en deze dag zou extra feestelijk
gevierd worden, in tegenstelling tot vorig jaar, toen de oude
Koningin overleed. Negenennegentig is ze geworden! Ik zie niet heel
veel verschil met een gewone dag; het koningshuis leeft tegenwoordig
niet meer zo, al moet gezegd worden dat de Koning met veel energie de
leiding over de wederopbouw op zich heeft genomen.
Nee,
dan de vroegere Koninginnedagen, die werden uitbundig gevierd. De
straten en bruggen waren bezet door kraampjes en kleedjes, waarop
overtollige spullen werden aangeboden, je kon over de hoofden lopen
en er was overal muziek.
“Als
u niets meer gebruikt, piss off, ”
snauwt de serveerster mij toe. Ik schrik nog altijd van de toon die
jongeren aanslaan tegen mensen van onze leeftijd. Moeten we dan
eeuwig worden gestraft voor wat we volgens hen hebben misdaan?
De
ernstige depressie, de bankval en zeker de grote watersnood, allemaal
onze schuld, want onze generatie was niet alert genoeg om de gevaren
op tijd af te wenden. Een groot deel van Amsterdam liep onder water,
IJburg, Amsterdams trots, werd ondanks de waterkeringen en de extra
zandlagen gewoon weggespoeld...
“Nou,
komt er nog wat van? Een beetje presto, ja!”
Ik
betaal en ga maar eens op huis aan. Het is ook bijna geritime.
De
gondels, tegenwoordig een gewoon beeld in de stad, verdringen zich
om als eerste onder de bruggen door te komen, waarbij de gondeliers
in niet mis te verstane bewoordingen hun rechten opeisen. Watertrams
en taxi’s varen af en aan, terwijl pizzakoeriers er zich op hun
snelle waterscooters behendig tussendoor bewegen.
De boot
naar de Dappergracht zal zo wel komen.
Anneke
Koehof ©
Verklarende
woordenlijst:
Neditanglo :
door Italiaans en Engels beïnvloede Nederlandse taal
E
caldo : het is heet
Terrassi :
terrassen
Toerists :
toeristen
Habitués :
buurtbewoners
Accordionisto :
accordeonist (muzikant)
Knickerbocker
Glory : ijscoupe
Anisette :
anijsdrank
Gelato-fragola :
aardbeienijsje
Primo’s :
vooraanstaanden
Ragazzi :
jongeren
Panproscuito :
broodje ham
Piss
off : verdwijn
Presto :
snel
Geritime :
de tijd dat ouderen niet meer buiten mogen komen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten