foto mei 2016 |
Vorige maand was de opdracht een zelfportret en nu een portret van iemand anders. Ik koos voor een verjaardagsportret van mijn tante Roos, die op 23 januari 97 jaar is geworden.
Het eten is hier goed
Ik schrik als ze, gebogen achter haar rollator, de eetzaal binnenkomt. Ze lijkt nóg kleiner, nóg brozer, haar gezicht nóg smaller, terwijl het nauwelijks een maand geleden is dat we haar bezochten. Het vroeger zo verzorgde haar staat piekerig rechtop.
“Gefeliciteerd
met uw 97e verjaardag tante Roos!”
Haar
gezicht licht op. “O ja, dat is waar ook, ik ben vandaag jarig, ach ja, 't koppie wordt steeds minder.”
We
zetten de roos op de tafel die speciaal voor ons is vrijgehouden. Ik
vroeg de dag van tevoren telefonisch bij de receptie om een 'verjaardagstafel' en
bedoelde wat feestelijker gedekt dan gewoonlijk.
“Daar
kunnen we niet aan beginnen,” kreeg ik te verstaan.
“Waarom
niet, mijn tante is toch niet elke dag jarig?”
“Ja,
als we voor elke jarige apart de tafel zouden moeten dekken...”
Ik
zweeg over zoveel onbegrip. Typisch iets voor een verzorgingshuis in deze
christelijke enclave, waar tante Roos' mening dat haar leven voltooid
is, geen enkele weerklank vindt, daar doen ze niet aan.
We
maken het ons gezellig en tante Roos geniet zichtbaar.
“Het
eten is hier goed, “ zegt ze. “Fijn dat jullie er zijn, dan heb
ik tenminste een verjaardaggevoel.”
Ik
geef haar een pakje met een grote omslagdoek in mooie zachte
tinten. Tante Roos was altijd een charmante vrouw, ze droeg
smaakvolle kleding, maakte zich op en ging graag met de mode mee. Nu
doet haar uiterlijke verzorging mij pijn. Maar de omslagdoek vindt ze
prachtig.
“En
wat een mooie roos,” zegt ze.
“Ja,
een roos voor tante Roos, dus speciaal voor u, u bent immers jarig!”.
“O,
ben ik jarig? Dan moet het vandaag 23 januari zijn.”
Soms
krijgen haar ogen iets afwezigs, verdwijnt ze even in haar eigen
wereld. Hoeveel mooie en vreselijke dingen hebben die ogen gezien en hoeveel
tranen zijn er vergoten, van vreugde of verdriet?
We
vertellen onze wederwaardigheden en ik breng het gesprek op vroeger.
Dan komen haar herinneringen boven, haar blik is weer alert, ze heeft
maar een klein zetje nodig voor haar favoriete verhalen. Over de
verjaardagen bij oma op de Kastanjeweg en hoe gezellig het was toen
ze daar vroeger nog als gezin, ze had drie broers en twee zussen,
aan de grote eettafel zaten en hoe ze gierden om elkaars verhalen.
Hoe ze als jong meisje bij Hollandia Kattenburg werkte toen alle
joodse werknemers er nog waren. Wat had ze daar gelachen, ze ging zo
graag naar haar werk. Dan lijkt ze zich te realiseren hoe dat is
afgelopen... Ze rommelt wat met een stukje kip.
“Het
eten is hier goed,” zegt ze. “Weet je hoe ze me hier noemen? Ze
noemen me hier Amsterdam.”
Bijna
haar hele leven woonde ze in Vlaardingen, maar altijd bleef ze 'die
Amsterdamse'. Ze was wat je noemt een vlotte tante, ze tenniste,
klaverjaste en speelde bridge en toen oom Dick, haar man, niet meer
kon autorijden, haalde ze haar rijbewijs en tufte in haar Dafje
door de vroegere vissersplaats.
“Probeer
toch naar Amsterdam terug te komen,” raadde ik haar dikwijls aan
nadat ze alleen was achtergebleven. Maar nee, ze had hier nog haar
bridgeavonden, die wilde ze niet missen en ze woonde zo lekker
vlakbij de markt en het winkelcentrum. Totdat het te laat was en
verhuizen naar Amsterdam niet meer ging en nu slijt ze haar dagen in
een appartement van het verzorgingshuis.
“Andere
mensen hier krijgen veel vaker bezoek,” vertelt ze. Sommige
dochters komen elke dag even langs, ja, dat heb je als je zelf
kinderen hebt, maar het eten is hier goed.” We knikken instemmend.
“Ze
zijn hier allemaal voor Feijenoord. Ik zeg dan maar niets, maar in
mijn hart blijf ik natuurlijk voor Ajax.”
Dan,
als het in de praat te pas komt, zegt ze dat ze na haar dood naar 'De
Nieuwe Ooster' wil. Terug naar Amsterdam, 'waar ze allemaal zijn...'
Anneke
Koehof ©
23 januari 2017
Portretschilderen wordt van oudsher gezien als een van de moeilijkste disciplines in de schilderkunst. Er moet niet alleen fraai worden geschilderd, een evidente eis is ook dat het portret moet lijken. Jij hebt volgens mij nu in taal een portret gemaakt. Het lezen is een genot. Verder ken ik je tante Roos, je hebt kans gezien om haar in je portret treffend te vereeuwigen. Een kunst, zoals ik al zei.
BeantwoordenVerwijderenDank je wel! Al weet ik dat je mijn grootste fan bent, je bent ook altijd heel eerlijk en als je kritiek hebt spaar je me niet. Daarom doet dit me goed! Tante Roos is nog mijn enige tante en dit opschrijven was voor mij heel emotioneel.
BeantwoordenVerwijderen