Dit verhaal schreef ik in verkorte vorm voor 'De Jordaan en de Gouden Reael'.
Let op : personen die in dit verhaal voorkomen zijn fictief.
Sem
Presser, Lindengracht, 1950
Dialoog
op de Lindengracht
Altijd
wanneer ik er voorbij kom moet ik even naar de foto's kijken. Op de
afbeeldingen zie je dat hier vroeger Melkinrichting Kuiper zat, voor
de etalage zit en staat een aantal mensen in kleding uit de jaren
'50. Ze kijken en wijzen allemaal dezelfde kant op, het ziet er
spannend uit.
'Mooie
foto, vindt u niet?' vraag ik aan de jongeman die, net als ik, voor
de etalage van de leegstaande winkel staat.
'Ja
fantastisch, wat een mooie afbeelding,' antwoordt hij.
'En,
heeft u een idee waar ze naar kijken?'
'Tja,
ze kijken wel allemaal één kant op, er komt dus duidelijk iets aan.
Maar wat, weet u het?'
'Ze
kijken naar de Ronde van de Jordaan, een wielerwedstrijd tijdens het
Jordaanfestival in 1950, ' antwoord ik met enige trots. Ik ben in
zijn ogen misschien bejaard, maar toch niet helemaal van de straat!
'Natuurlijk,
nu u het zegt zie ik de spanning en zelfs de snelheid, al zie je de
wielrenners niet zelf!'
Hij
is een aardige man om te zien, type ideale schoonzoon zal ik maar
zeggen. Nu valt hem op wat ik allang weet: er hangen twee
ogenschijnlijk dezelfde foto's, maar op de ene kijkt het publiek naar
links en op de andere naar rechts, verder zijn ze precies gelijk.
'Wonderlijk,
vind u niet,' merk ik op.
Hij
kijkt langdurig naar beide foto's, zodat ik de tijd heb om hem op te
nemen.
Wat
een keurig type, hij draagt dure kleding, vast een advocaat of een
accountant, in ieder geval hoogopgeleid, dat kun je horen aan zijn
manier van spreken. En zo vriendelijk ook, ik voel me gevleid door
zijn aandacht.
Dan
wijst hij me triomfantelijk op een oude ijzeren elektriciteitskast,
die voor ons rechts, maar in werkelijkheid aan de linkerkant van de
etalage aan de muur hangt.
'Dan
moet dit de originele afbeelding zijn, kijk maar, ze kijken naar
links, in de richting van die oude kast, dan is de andere foto dus
gespiegeld.' Geweldig, u heeft het raadsel opgelost' verzucht ik,
'alleen, hoe kan het dan dat de letters op de markies niet gespiegeld
zijn?'
Zijn
mond valt open, hij oogt ineens een stuk minder intelligent.
'Mevrouw,
dit enigmatische vraagstuk behoeft nader overleg. Mag ik u noden voor
een kopje koffie op de hoek?' vraagt hij charmant.
Ik
aarzel, ik moet nog naar de markt maar ach, waarom niet?
Hij
bestelt een espresso en ik een cappuccino. We proberen het raadsel
van de foto's te ontrafelen, maar vinden geen oplossing.
Het
afscheid is hartelijk, hij schudt me de hand al lijkt hij dan ineens
nogal haast te hebben.
Bij
de poelier op de markt bestel ik een soepkip, maar als ik wil betalen
voel ik dat al mijn haren overeind gaan staan, ik moet me vasthouden
en ik voel mijn kleur wegtrekken.
'Wat
is er met u aan de hand, wordt u niet lekker?' vraagt het
vriendelijke meisje achter de kraam geschrokken.
'Ik
ben bestolen,' antwoord ik. 'En het leek nog wel zo'n keurige man...'
Anneke
Koehof ©
juni 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten