Mijn ouders in het Oosterpark
Pinksteren 1951
|
Weer eens een verhaal uit de oude familiedoos.
Dit speelt in 1947.
De
ronde van de Oosterparkbuurt
In de
jaren veertig was het streng verboden om iemand achterop de fiets te
nemen en zeker niet een volwassene met twee benen aan een kant. Maar
soms breekt nood wetten...
Mijn
moeder had begin 1947, nadat ze was bevallen van mijn jongste broer,
trombose gekregen, waarvoor ze maanden in het ziekenhuis lag.
Toen ze
weer thuis kwam, was ze nog lang slecht ter been en haar ongetrouwde
zuster uit Lemmer kwam bij ons thuis het huishouden doen, waardoor ik
de Friese taal heb opgepikt, je moest wel wilde je hun gesprekken
enigszins volgen.
Bij
mijn opa en oma op de Kastanjeweg, was die zomer een verjaardag te
vieren en daar wilden mijn ouders toch wel graag naartoe. We woonden
in de Baweanstraat, dat kon ze niet belopen dus dan maar achterop de
fiets.
'Als ik
een smeris zie zeg ik springen', zei mijn vader. 'Ik kom je dan
later wel weer oppikken'.
Het
ging goed tot het einde van de Wijttenbachstraat, maar daar, op de
hoek bij de sigarenzaak, stond een agent met de fiets aan de hand.
'Springen',
riep mijn vader. Mijn moeder stapte voorzichtig af en ging op een van
de portiektrappen tegenover het postkantoor zitten, terwijl mijn
vader doorfietste.
Maar de
agent had hem allang gezien en zette de achtervolging in.
Nu
kende mijn vader de buurt op zijn duimpje en zette het op zijn beurt
op een racen. Via de Vrolikstraat draaide hij, al zwaaiend naar drie
hoog, de Kastanjeweg op.
'Hé,
is dat George niet die daar gaat?' vroeg een van de tantes. De hele
familie vloog naar het raam en zag dat hij door een agent werd
achterna gezeten.
Mijn
vader doorkruiste zo'n beetje de hele Oosterparkbuurt: Kastanjeplein,
2e Oosterparkstraat, Eikenplein, 3e Oosterparkstraat, Iepenplein,
Iepenweg...
Tot
grote hilariteit koos hij zijn route zo, dat hij telkens weer langs
de Kastanjeweg kwam, wetend dat daar zijn publiek zat. Mijn tantes
joelden met hoge uithalen en de ooms bulderden van het lachen.
'Hup
George, zet 'm op George' juichten ze uit volle borst.
Alle
pleinen en straten heeft hij gehad, totdat de agent het uiteindelijk
moest opgeven. Mijn vader werd binnen gehaald, als ware hij Gerrit
Schulte en dacht er pas veel later aan dat hij mijn moeder had
achtergelaten en helemaal was vergeten...
Anneke
Koehof, ©
14
augustus 2014.
Het huis van mijn oma en opa
Kastanjeweg 22 III
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten