Ik zit voor het raam van het uitzicht te genieten. De zon schijnt en het is een komen en gaan van toeristen uit alle delen van de wereld, die elkaar op de brug veelvuldig fotograferen.
Duiven zitten toilet te maken in de over het water hangende boom, een
echtpaar meerkoeten probeert ijverig hun
luid piepende jongen bij elkaar te houden en te verdedigen tegen de
over hen hen heen scherende
meeuwen.
Er drijven wat boterhammen in de gracht, ik schaam me
plaatsvervangend dat de kok van het eetcafé hiertegenover de
gewoonte heeft om overtollige etenswaren op die manier te lozen. Zo
lok je ratten.
Langs de gracht wandelt een artistiek stel. Ik heb ze wel
vaker gezien, hij draagt een soort kapiteinsuniform met koperen
knopen en bijbehorende pet en zij is gekleed als hippie uit de
zestiger jaren. De vrouw duwt een ouderwetse kinderwagen en haar man
loopt met de baby in zijn armen gevaarlijk dicht langs de
wallekant, staat zelfs even stil en houdt de baby bijna boven het
water.
Er gaat een rilling
over mijn rug, hij zal het kind toch niet…
“Wil je koffie?” klinkt het uit de keuken. Ik ben even afgeleid,
kijk om.
“Ja, graag”.
Plotseling klinkt een oorverdovend
gekrijs, de meeuwen storten zich vechtend op een in het water
drijvende witte bundel. Ik gil.
“Bel de politie, er is een kind in het water gegooid”.
Zo snel ik kan stort
ik me van de steile trappen af en ren de brug over naar de plek van
het onheil. Ik zie het jonge paar snel doorlopen, hij kijkt
schichtig om bij het horen van mijn geschreeuw.
Zonder me te bedenken spring ik de gracht in, de meeuwen vliegen
geschrokken op. Ik doe een greep naar de witte bundel en heb een
doorweekt casinobrood in mijn hand.
Anneke Koehof ©
fictie
fictie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten